donderdag 18 oktober 2012

OVERDRACHT VAN AUTEURSRECHT

Als schrijver van muziek kun je ervoor kiezen lid te worden van een collectieve beheersorganisatie zoals Buma/Stemra of Sabam. Je tekent dan een exploitatiecontract met zo’n organisatie. Een contract heeft altijd twee kanten: het geeft rechten en verplichtingen. Dat is ook zo als je iets koopt. De verkoper levert iets, geeft jou het eigendom en staat in voor de deugdelijkheid van het product, jij betaalt en neemt het in ontvangst. Zo gaat het ook met een exploitatiecontract. Aan Buma/Stemra of Sabam draagt de auteur de rechten over van zijn muziek, niet alleen van bestaand repertoire, maar ook van toekomstig repertoire. Die organisaties exploiteren en handhaven de rechten, waar ook ter wereld. In de praktijk geven zij dus toestemming of weigeren zij toestemming te geven om jouw muziek openbaar te maken of te verveelvoudigen, stellen zij de voorwaarden vast en treden op tegen inbreuken op het muziekauteursrecht. Als tegenprestatie verplichten Buma/Stemra en Sabam zich de ontvangen gelden te betalen aan de aangesloten muzikanten. Als componist sta je er bovendien voor in dat je echt helemaal zelf beschikt over alle rechten en is het je verboden handelingen te verrichten die de schijn of indruk wekken dat je zelf of een ander dan Buma/Stemra of Sabam de muziekauteursrechten op het repertoire exploiteren en handhaaft. Kortom, Buma/Stemra en Sabam treden in jouw plaats en als componist heb je dus niets meer over je muziek te vertellen. Als je een openluchtconcert wilt geven moet je toestemming vragen om je eigen nummers te mogen spelen, hetzelfde geldt voor het opnemen van een CD in eigen beheer.

dinsdag 28 augustus 2012

KLINKT ER MUZIEK IN UW ZAAK?

Laatst kreeg ik een brief van een bakker. Wie brood eet moet bij mij brood kopen. Wilt u mij het laten weten als u geen brood eet? Merkwaardig? Toch komt in de praktijk iets vergelijkbaars voor.

Onlangs ontvingen allerlei bedrijven een brief van Buma/Stemra en Sena, die gezamenlijk opereren onder de naam mijnlicentie.nl.

Daarin treffen wij de volgende passages aan: Wanneer er muziek in uw zaak klinkt heeft u een muzieklicentie nodig van Buma/Stemra en Sena. Gebruikt u muziek in uw onderneming en heeft u nog geen licentie? Dan verzoeken wij u uw licentie aan te vragen. Gebruikt u geen muziek in uw onderneming? Ook in dat geval verzoek wij u vriendelijk ons dit te laten weten.

Deze passages zijn in zijn algemeenheid onjuist.

Je hebt alleen een licentie nodig van Buma/Stemra en Sena als je muziek gebruikt die behoort tot het door hen beheerde muziekrepertoire.

In het geval van Buma/Stemra gaat het dan om muziek van componisten die bij hen of bij hun buitenlandse zusterorganisaties zijn aangesloten.

Sena is belast met de inning van vergoedingen voor het draaien van voor commerciële doeleinden uitgebrachte opnamen ten behoeve van uitvoerende artiesten. Deze organisatie kent geen leden. De bijzondere bevoegdheid die Sena heeft, heeft betrekking op het zónder toestemming uitzenden of openbaar maken.

In de volgende gevallen heb je als bedrijf niets te maken met Buma/Stemra en/of Sena:
1. De componist is al 70 jaar dood, het auteursrecht is dan vervallen
2. De opname is meer dan 50 jaar oud (wordt 70 jaar)
3. De componist/uitvoerende beheert zijn eigen rechten (zoals bijvoorbeeld via VillaMusicRights)
4. De muziek is beschikbaar onder Creative Commons-licenties (de componist kiest een licentie en bepaalt de maker in welke mate zijn of haar werk verder verspreid en bewerkt mag worden).

De brief van de bakker is inmiddels door de hond opgegeten.

dinsdag 15 mei 2012

Integriteitsregels Buma/Stemra onvoldoende

Het College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Auteurs- en naburige rechten (CvTA) heeft een onderzoek uitgevoerd naar aanleiding van de uitzending van PowNews d.d. 30 november 2011. In deze uitzending zond PowNews een gesprek uit waarin een bestuurslid van Stemra aanbiedt een componist te helpen bij het incasseren van een claim die deze componist stelt te hebben op de organisatie Buma/Stemra.

Het CvTA concludeert dat er geen aanwijzingen zijn dat er integriteitsschendingen hebben plaatsgevonden bij de organisatie Buma/Stemra in het kader van de behandeling van de claim van de componist.

Wat de betreffende bestuurder aangaat, constateert het CvTA dat deze heeft aangeboden een uitgaveovereenkomst te sluiten met de componist en dat hij tevens heeft aangeboden de kwestie bij bestuur en directie van Buma/Stemra aan te kaarten.

Het CvTA constateert voorts dat er bij Buma/Stemra geen duidelijke regels bestaan die voorzien in een geval waarbij een uitgever of componist die tevens bestuurder is, meent een claim te hebben op Buma/Stemra. Daarmee heeft Buma/Stemra naar oordeel van het CvTA in onvoldoende mate gevolg gegeven aan de eerdere aanbeveling van het CvTA integriteitsregels in te voeren die mogelijke belangverstrengeling of het mogelijk ontstaan daarvan tijdig aan het licht kunnen brengen. Deze lacune zal zo snel mogelijk moeten worden gedicht.

De beoordeling van de claim van de componist is onder de rechter; het CvTA laat zich daarover niet uit en heeft ook niet de wettelijke taak of bevoegdheid dergelijke claims te beoordelen. Wel stelt het CvTA vast dat de kwaliteit van de klachtafhandeling door Buma/Stemra in dit specifieke geval te wensen heeft overgelaten.

Het College vertrouwt erop dat de Buma/Stemra organisatie en de verantwoordelijke besturen al het nodige zullen doen om verbeteringen spoedig door te voeren; dit ter wille van de versterking van de legitimiteit van deze centrale beheersorganisatie.

Bron: College van Toezicht Collectieve Beheersorganisaties Auteursrecht en naburige rechten. Zie hier

dinsdag 3 april 2012

DE GEZAMENLIJKE SERVICE VAN BUMA/STEMRA EN SENA

Stel, je bent een horeca-ondernemer in het zuiden van het land en je hebt inmiddels genoeg van de forse heffingen die organisaties van rechthebbenden je opleggen, terwijl je gewoon voor je gasten een prettig muziekje wilt laten horen.
Je gaat je oriënteren op alternatieven. Een ervan is muziek draaien van componisten die al meer dan 70 jaar dood zijn, waarvoor je geen vergoedingen voor auteursrechten meer verschuldigd bent. Wel moet je betalen voor de (naburige) rechten van degene die de muziek uitvoert. Behalve als de uitvoering 50 jaar geleden heeft plaats gevonden (wordt 70 jaar).
Je kijkt nog eens om je heen en je merkt dat er alternatieven zijn, omdat er ook rechthebbenden zijn die zich niet laten (willen) vertegenwoordigen door organisaties maar hun eigen rechten beheren: zij beheren hun rechten helemaal zelf of via Creative Commons of via VillaMusicRights.
Hoe dan ook, je wilt af van de collectieve organisaties Buma/Stemra (auteursrecht) en Sena (naburige rechten) die tegenwoordig als één organisatie opereren – volgens geruchten om het de gebruikers makkelijker te maken – onder de naam Service Centrum Auteurs- en Naburige rechten.
Dat blijkt geen gemakkelijke opgave. De horeca-ondernemer kiest ervoor muziek van erg dode componisten te draaien, gespeeld door nog erg levende uitvoerende musici. Van het Service Centrum ontvangt hij een factuur. Hij verwacht een rekening van Sena te moeten betalen, maar er komt ook een rekening van Buma/Stemra. Dat kan een foutje zijn, dus hij laat dat even weten. Maar nee, er volgt een aanmaning (met aanmaningskosten) en men schakelt zelfs een incassobureau in.
Dit is nog lang niet alles. De horeca-ondernemer wil wat meer variatie in de muziek en besluit in februari 2012 muzieklicenties te verwerven van componisten die hun eigen rechten beheren via VillaMusicRights. Dat laat hij weten aan het Service Centrum, waarmee hij het contract met de rechtenorganisaties opzegt. Dan blijkt dat deze hobbyisten ook een rekening sturen:
a. voor het gebruik van muziek van rechtendragend materiaal op VillaMusicRights en
b. voor de periode dat deze muziek in het geheel nog niet afgenomen was, nl. in het tweede halfjaar van 2011.
Dat VillaMusicRights rechtendragend repertoire bevat klopt, alleen behoren die rechten niet tot het repertoire van Buma/Stemra of van Sena maar tot het repertoire van de betreffende artiesten die er bewust voor kiezen zelf hun rechten te beheren.
Je zou er om kunnen lachen als het niet zo ernstig was. En ernstig is het.
Wordt vervolgd.

donderdag 23 februari 2012

DE SERVICE VAN STEMRA

Stel, je bent een collectief verband van musici en andere kunstenaars en je besluit een lang gekoesterde droom te gaan realiseren. Je wilt in eigen beheer een dubbel DVD gaan opnemen en de muziek ook op CD zetten. Er zijn verschillende muzikanten bij betrokken en verschillende componisten. Sommige van die componisten zijn aangesloten bij Buma/Stemra, anderen beheren hun eigen rechten. Dan weet je dat je voor het vastleggen en reproduceren van werken van de aangeslotenen de toestemming nodig hebt van Stemra. Dat klinkt overzichtelijk, maar het loopt anders.
Eind oktober 2011 gaat er een verzoek om informatie naar Stemra. Daarop volgt snel een antwoord. Er staat in dat men voor de vastlegging van muziek onder een filmpje auteursrechten verschuldigd is aan Stemra. Dit kan met Stemra geregeld worden via een aanvraag voor een audiovisuele productie in eigen beheer. Dezelfde dag nog wordt de informatie gestuurd over het doen van een aanvraag voor een Audiovisuele Productie in Eigen Beheer. Omdat nog niet alles duidelijk is – het gaat hier om een eerste aanvraag – wordt nadere informatie gevraagd. In de tweede helft van november komt daarop het bericht dat de productie een registratie is van een evenement en daarom valt de productie onder de noemer “Registratie”. Daar hanteert Stemra vaste tarieven voor, die zijn te vinden in de desbetreffende brochure met de mededeling dat alle muziekprojecten waarbij muziek wordt vastgelegd dienen te worden aangemeld bij Stemra. Nadat de aanvrager de situatie opnieuw heeft uitgelegd komt eind november de mededeling dat Stemra voor haar claim zal kijken naar alle auteurs (componisten/tekstdichters) en of zij zijn aangesloten bij een (mechanisch) rechtenorganisatie. Daaraan wordt het volgende toegevoegd: “ Als muziek op een DVD wordt uitgebracht zien wij dat als een commerciële release”.
Daarop ontvangt de aanvrager alle formulieren die betrekking hebben op het gebruik van bestaand repertoire in audiovisuele producties (bedrijfsproducties). De kosten: Euro 144,00 (compositie en opname tezamen) per 30 seconden of deel daarvan per werk inclusief 50 kopieën binnen de Benelux en Euro 198,00 (compositie en opname tezamen) per 30 seconden of deel daarvan per werk inclusief 50 kopieën binnen Europa.
Dat zou het einde van dit project betekenen. Inmiddels heeft de aanvrager zich tot VMR gewend. Het advies: leg het nog eens uit en hou vol. Begin januari, nadat de situatie is uitgelegd, stuurt Stemra hetzelfde bericht als eind november. Dan wordt de situatie nóg een keer uitgelegd en volgt snel het bericht dat Stemra helaas op deze manier de aanvraag niet in behandeling kan nemen: “ Daarvoor is het nodig dat u een geheel ingevuld aanvraagformulier voor een Audiovisuele productie in eigen beheer invult”.
VMR help de aanvrager de formulieren invullen, met de waarschuwing dat er toch wel weer iets niet hemaal goed zal zijn, maar op zichzelf lijkt de situatie dan helder.
Half februari 2012 komt het verlossende woord, zo lijkt het. Er is toestemming van Stemra, tegen een gunstig tarief. Maar dan blijkt dat de toestemming alleen betrekking heeft op de audio-cd. Dat wordt aan Stemra gemeld. In antwoord daarop laat deze organisatie weten dat het helaas niet mogelijk is om cd en dvd als één product te verwerken en wordt de aanvrager een nieuw aanvraagformulier toegestuurd.
Wordt vervolgd.